dinsdag 18 mei 2010

De tweede poging

Als basis de grappabonbons uit het boekje genomen maar de grappa vervangen door calvados. Tijdens mijn huwelijk in 2008 in Normandië hadden we groot de lokale calvados ingekocht, zelfgestookt en zeer sterk. Deze keer wilde ik een aantal dingen proberen: een proef doen met de temperatuur van de doorhaalchocolade. Omdat de eerste poging bijna alle bonbons dof uitsloegen wilde ik weten bij welke temperatuur de chocolade mooi glanzend stolde.
Ik wilde confijten, en omdat we het over calvados hebben wilde ik appeltjes confijten.
En als laatste wilde ik een blok ganache maken, dus even geen spuitzak gebruiken voor de vulling.
Met een dikke stift, een kom gesmolten chocolade en de temperatuurmeter in de aanslag op een stuk vetvrij papier kloddertjes chocolade van verschillende temperaturen laten drogen. En wat bleek, niet bij 32º maar rond de 42º is de juiste temperatuur om de chocolade mooi glanzend te laten stollen. Dus ofwel Kees Raat is bang voor concurrentie en geeft express de verkeerde temperatuur op of ik gebruik geen goed chocolade. Dat laatste is denk ik de waarschijnlijkste. Maar al met al weet ik nu dus hoe ik mijn bonbons moet laten glanzen.
De stukjes appel confijten waar geen succes. Ik heb de instructies van koken, wellen en drogen nauwkeurig gevolgd maar ik denk eigenlijk niet dat verse appeltjes zich hiervoor lenen. Het bleven kledderige hoopjes ellende, zoet dat wel. Hiervoor in de plaats heb ik mij begeven naar de Notenkoning voor gedroogde appeltjes.

De vulling ging beter, van karton een bakje gemaakt, bekleed met vetvrijpapier, de ingrediënten bij elkaar gedaan en gestort. De volgende dag een prachtig blok vulling!
Het doorhalen was ook dit keer weer geen groot succes. Ik had het blok vulling ingesmeerd met chocolade maar waarschijnlijk te dun. Bovendien had ik nog steeds geen doorhaalvork en klunste ik nog met een gewone oude vork en twee eraan vast getapete cocktailprikkers. Uiteindelijk een klein dessertvorkje genomen, dat werkte een stuk beter maar nog niet optimaal.
Het blok vulling in (eigenlijk te kleine) blokjes gesneden en op elk blokje een stukje appel geplakt. Doorgehaald waarbij er soms gedrochten uitkwamen maar soms ook hele fraaie bonbons.
De proefkonijnen dit maal waren mijn vrienden in Normandië waar ik vijf dagen naartoe ging. De reacties waren wederom goed, de vulling was erg sterk, voor Nicky te sterk. Mensen zijn altijd zeer verbaast en verrast als ze horen dat je de bonbons zelf gemaakt hebt. Toch was het deze keer zo dat ze er steeds maar één namen, wat me terug deed denken aan wat Kees Raat in zijn boekje schrijft: "een bonbon moet niet te zwaar zijn zodat je onmiddellijk vol zit".
De conclusie van deze tweede poging: doorhalen flink oefenen (een vork kopen), het blok vulling zorgvuldig snijden in grotere en gelijke stukken en de vulling niet te sterk maken. De gedroogde appel er bovenop was een beetje lullig, voor een spannende bite zou de appel misschien door de vulling heen zitten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten